BIM – Levels of detail (LOD)

Levels of Detail (LOD)

Samenwerken in een proces dat tot een goede BIM (Bouw Informatie Model) leidt, vraagt om
afspraken. Deze afspraken worden contractueel vastgelegd en hierin is van belang om van tevoren
goed af te spreken tot welk detailniveau en binnen welke tijdsafspraken alle betrokkenen per
discipline en per fase doorgaan.

Hierover zijn diverse documenten in omloop die momenteel ook druk worden getoetst aan de
‘traditionele’ documenten. Er zijn diverse detailniveaus ofwel Levels of Detail (LOD) en hieronder een
korte uitleg over de LOD 000, 100, 200, 300, 400, 500.

LOD 000

Ruimtelijke objecten (ruimten, volumes) gerelateerd aan gebruiksfuncties met globale afmetingen en
onderlinge relaties. Aan de ruimtelijke objecten kan niet-geometrische informatie worden gekoppeld
zoals gebruiksfuncties en bijbehorende functionele ruimtespecificaties.
Op niveau LOD 000 kan bijvoorbeeld een ruimtelijk programma van eisen worden gemodelleerd
(ruimtebehoefte t.b.v. gebruiksfuncties, gekoppeld aan ruimtelijke relaties tussen gebruiksfuncties).

Referentie NEN 2574/STB 2009: fasen Initiatief, Haalbaarheidsstudie, Projectdefinitie.
Referentie STB 2009: Initiatief/haalbaarheid, Projectdefinitie
Referentie NEN 2660: (Complex, Bouwwerk,) Ruimte
Referentie NEN 2634: Geheel bouwwerk of ruimtelijke delen
Referentie Nl/SfB: Ruimtentabel (in concept ontwikkeld door STABU)

LOD 100

Zodanige modellering van de bouwmassa dat deze een beeld geeft van de ruimtelijke organisatie op
het niveau van clusters van gebruiksfuncties, het ruimtebeslag op het terrein, het ruimtebeslag per
verdieping, de hoogte, het volume, de plaatsing op het terrein en de oriëntatie.

Referentie NEN 2574: fase Structuurontwerp
Referentie STB 2009: fase Structuurontwerp
Referentie NEN 2660: Complex, Bouwwerk, Ruimte
Referentie NEN 2534: Geheel bouwwerk of ruimtelijke delen, Elementclusters
Referentie NL/SfB: Ruimten, Elementclusters

LOD 200

Ruimtelijke objecten (ruimten) gekoppeld aan gebruiksfuncties inclusief globale afmetingen,
oriëntatie en onderlinge relaties. Materiële objecten gemodelleerd als generieke bouwelementen
met globale afmetingen, hoeveelheden, vorm, locatie en oriëntatie. Aan de objecten kan nietgeometrisch informatie zijn gekoppeld.

Referentie NEN 2574: fase Voorlopig Ontwerp
Referentie STB 2009: fase Voorontwerp
Referentie NEN 2660: Ruimte, Element
Referentie NEN 2634: Elementclusters, Elementen
Referentie Nl/SfB: Elementen, Variantelementgroepen

LOD 300

Ruimtelijke objecten (ruimten) met exacte afmetingen en oriëntatie. Materiële objecten zijn
gematerialiseerd en accuraat in termen van (afleidbare) hoeveelheden, afmetingen, vorm, locatie en
oriëntatie. Aan de objecten is niet-geometrisch informatie gekoppeld.
Het model bevat principedetailleringen voor karakteristieke en/of beeldbepalende gebouwdelen, die samen een
goed beeld geven van de mogelijke technische uitwerking, c.q. technische oplossingen.
Op LOD 300 wordt het bouwwerk niet tot in de kleinste onderdelen in 3D gemodelleerd, maar de onderdelen die
wel worden gemodelleerd, moeten exact zijn. Hoeveelheden van niet-gemodelleerde onderdelen moeten
afleidbaar zijn (bijvoorbeeld loodslabben, plinten, dagkanten van kozijnen e.d.).

Referentie NEN 2574: fasen Definitief Ontwerp, Bestek
Referentie STB 2009: fasen Definitief Ontwerp, Technisch Ontwerp
Referentie NEN 2660: Bouwdeel, Component
Referentie NEN 2634: Technische oplossingen
Referentie NL/SfB/STABU Element: Variantelementen, Bouwdelen, Bouwdeelcomponenten, Besteksposten

LOD 400

Objecten zijn gematerialiseerd en accuraat in termen van (afleidbare) hoeveelheden, afmetingen,
vorm, locatie en oriëntatie en bevatten volledige informatie ten behoeve van de detaillering, de
fabricage van componenten in fabrieken en de uitvoering/montage op de bouwplaats. Aan de
objecten is niet-geometrisch informatie gekoppeld.
Het detailniveau van het BIM is zodanig, dat hieruit (min of meer traditionele) werk- en productietekeningen en
borderellen kunnen worden gegenereerd.

Referentie NEN 2574: fasen Werkvoorbereiding en Uitvoering
Referentie STB 2009: fase Uitvoering – Uitvoeringsgereed Ontwerp
Referentie NEN 2660: Bouwdeel, Component, Activiteit, Middel
Referentie NEN 2634: Technische oplossingen
Referentie Nl/SfB/STABU Element: Bouwdeelcomponenten, Besteksposten

LOD 500

Objecten zijn gemodelleerd zoals ze daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Het is accuraat in termen van
afmetingen, vorm, locatie, hoeveelheden en oriëntatie. Aan de objecten is niet-geometrisch
informatie gekoppeld.

Het BIM met het detailniveau LOD 500 is een model van het gebouw as built. Het model is geschikt als virtuele
gegevensbron voor onderhoud en de werking van het gebouw.
Het model as built kan voor verschillende doeleinden worden benut. Bij verbouwingen of bij sloop wil men in
beginsel kunnen beschikken over alle gegevens uit het model. Voor ondersteuning van het facility management
volstaat meestal een veel kleinere gegevensverzameling. Daarvoor kan dan een gestripte kopie van het model
as built worden gebruikt.

Referentie NEN 2574: fasen Oplevering, Beheer&gebruik
Referentie STB 2009: fasen Uitvoering – Directievoering, Gebruik/exploitatie
Referentie NEN 2660: Bouwwerk, Ruimte, Element, Bouwdeel, Component
Referentie NEN 2634: Technische oplossingen
Referentie NL/SfB/STABU Element: Ruimten, Elementclusters, Elementen, Variantelementgroepen. Bouwdelen,
Componenten

Detailniveaus en fasen

Globaal kunnen we aan fasen default verschillende detailniveaus koppelen.
Fasen Detailniveaus

Vraagspecificatie – LOD 000, LOD 100
Functioneel Ontwerp – LOD 100, LOD 200
Definitief Ontwerp – LOD 300
Technische Specificatie / Productievoorbereiding / Uitvoering – LOD 400
Oplevering / Gebruik – LOD 500

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

nl_NLNederlands